Onderwijsprogramma

Elk kind is uniek. Daarom stemmen we ons onderwijsprogramma af op de mogelijkheden en behoeften van de leerlingen. Van al onze leerlingen hebben we daarbij hoge verwachtingen. In ons onderwijs is veel ruimte voor maatwerk.

Uitstroomprofielen en leerroutes

Het speciaal onderwijs (so) kent drie richtingen. Deze richtingen heten uitstroomprofielen. Voor elke leerling stellen we een ontwikkelingsperspectief vast dat hierop aansluit. Soms is daarnaast een (tussentijdse) overstap naar een reguliere school mogelijk, met passende ondersteuning. We sluiten hiermee aan op het landelijk doelgroepenmodel van de sectorraad voor gespecialiseerd onderwijs.

Voorbereid op de toekomst

Op onze school bereiden we leerlingen voor op uitstroom naar:

  • Voortgezet speciaal onderwijs (vso) met uitstroomprofiel dagbesteding. Deze leerlingen volgen (meestal) leerroute 1 of 2.
  • Voortgezet speciaal onderwijs (vso) of praktijkonderwijs (pro) met uitstroomprofiel arbeidsmarktgericht. Deze leerlingen volgen (meestal) leerroute 3, 4 of 5. Uitstroom naar de Entree-opleiding (mbo niveau 1) is ook mogelijk.
  • Voortgezet speciaal onderwijs (vso) of voortgezet onderwijs (vo). Deze leerlingen volgen (meestal) leerroute 5, 6 of 7.

Verschillende leerroutes

Onze school kent zeven leerroutes, met elk eigen leerlijnen en ontwikkelingsdoelen. De leerroute is afgestemd op het ontwikkelingsniveau en de ondersteuningsbehoefte van de leerling. We bieden leerroutes aan op het laagste ontwikkelingsgerichte niveau (LACCS) tot en met cognitief onderwijs zoals op een reguliere basisschool. Bij het bepalen van het ontwikkelingsniveau kijken we onder andere naar het IQ van een leerling, maar bijvoorbeeld ook naar de mate waarin hij of zij zichzelf sociaal-emotioneel kan redden.

LACCS

Voor leerroute 1 (2) werken we volgens het LACCS-programma. LACCS staat voor ‘Lichamelijk welzijn, Alertheid, Contact, Communicatie en een Stimulerende omgeving’. Dit stelt ons nog beter in staat om leerlingen bij wie een goed leven niet vanzelfsprekend is te stimuleren in hun ontwikkeling.

Begeleiding in de unit

Het onderwijs is georganiseerd in units. Daarin zitten twee tot vier basisgroepen. Elke basisgroep heeft een leraar en een onderwijsondersteuner. We willen de totale ontwikkeling van leerlingen stimuleren. Daarom moeten onderwijs, behandeling, revalidatie en zorg goed op elkaar worden afgestemd. De leraar kan een intern begeleider of ondersteunende specialisten inschakelen. Denk aan een orthopedagoog.

Hulpmiddelen

We gebruiken pictogrammen om het dag- en lesprogramma met kinderen te delen. Verder zetten we moderne ICT-middelen in onze lessen, zoals digiborden en tablets, maar ook voor ondersteuning in communicatie.

Extra schooljaar

Sommige leerlingen hebben behoefte aan een extra schooljaar. In dat extra schooljaar werken ze aan hun werkhouding en sociale vaardigheden. Zo kunnen ze na dit jaar doorstromen naar het vervolgonderwijs dat het beste bij hen past.